mijn fiets
Vriend wat ben je mooi, met je glimmende spaken blinkend in de zon.
Ik gaf je
nu en dan een goede trap, eens zacht waar het plat was, een harde waar er een
berg was.
Het stuur
had ik vast alsof het je horen was, het lag goed in de hand.
Met mindere tanden ging het soms wat rapper , meer tanden ging het rapper met de trappers
Al reed ik, al eens oude pee toch waren we altijd blij met zijn twee en konden we mee.
Met mindere tanden ging het soms wat rapper , meer tanden ging het rapper met de trappers
Al reed ik, al eens oude pee toch waren we altijd blij met zijn twee en konden we mee.
We suisden
langs de wegen, langs het koren vóór het naar de molen was.
Je maakt
het mij soms lastig, toch waar er een berg was.
Vlugger
ging neerwaarts, met de wind in het haar en daar waar het plat was.
Waar we neer strekten zagen veel van de streek.
Het was fijn in de natuur te zijn,Zat er een vogel of konijn! .wij waren er soms bij
Nog rap weg in het groen langs mooie boeren weg of zomaar los door bos.
Het is alweer tijd om binnen te zijn, wat daar is weer die wintertijd.
Een goede
tijd voor een poets en onderhoudt beurt, dat geef je kleur;
Nu kan je
voort je staat nu warm en droog, ingevet en uit den trek
Hoop dat het vlug afgelopen is die wintertijd, dan kunnen we weer de baan op
Van west naar oost, van noord naar zuid Samen met mijn vriend en de zon de weg op en wegenkaart rond
doeiiiiiiiiii tot na de